Het toenmalige hoofdkantoor aan de Lloydkade in Rotterdam

Ontscheping milatairen vanuit Nieuw-Guinea (1964)

Koninklijke Rotterdamsche Lloyd

De Koninklijke Rotterdamsche Lloyd (KRL) was een Nederlandse rederij die tussen 1883 en 1970 in Rotterdam was gevestigd. Tot 1947 was de naam Rotterdamsche Lloyd (RL). In 1970 fuseerde de KRL met enkele andere Nederlandse rederijen tot de Nederlandsche Scheepvaart Unie (NSU), vanaf 1977 bekend als Nedlloyd.

Geschiedenis

De RL werd opgericht op 15 juni 1883 waarbij zeven schepen, ondergebracht in partenrederijen en onder directie van Wm. Ruys & Zonen, in één vennootschap werden verenigd. De oorsprong van het bedrijf lag in 1839 toen de Rotterdamse reder Willem Ruys J.D.zn (1809-1889) met zeilschepen op Nederlands-Indië en het Verre Oosten ging varen. Als gevolg van de opening van het Suezkanaal breidde zijn zoon Willem Ruys (1837-1901) in 1872 het bedrijf uit met een stoombootdienst op Batavia. In 1875 richtte hij zelf de partenrederij Stoomboot Reederij ‘Rotterdamsche Lloyd’ op, waarvan de naam in 1881 werd gewijzigd in Stoomvaart Maatschappij ‘Rotterdamsche Lloyd’, en die uiteindelijk in 1883 werd omgezet in een naamloze vennootschap onder de naam Rotterdamsche Lloyd NV.

Op 21 november 1947 werd het predicaat Koninklijk verkregen, waarna de naam werd gewijzigd in Koninklijke Rotterdamsche Lloyd NV.

De RL richtte zich met name op de vaart vanuit Noordwest-Europa op het toenmalige Nederlands-Indië via het Suezkanaal. Later werden de activiteiten aanzienlijk uitgebreid. De RL werkte voor de vaart op Indië samen met de Stoomvaart-Maatschappij Nederland (SMN). Beide rederijen richtten in 1888 voor het inter-insulaire vervoer in Indië de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM) op.

Het vervoer ging aanvankelijk per zogenaamde mailboot, waarmee zowel passagiers, post en vracht werden vervoerd. Later ging men over op specifieke schepen zoals vrachtschepen en passagiersschepen.

Tweede Wereldoorlog

Directeur Willem Ruys werd als gijzelaar door de Duitse bezetters gearresteerd en in 1942 gefusilleerd. De rederij verloor op het westelijk halfrond zowel als in Aziatische wateren door Duitse en Japanse oorlogshandelingen zeker tien schepen. Daaronder het ss Slamat, het ms Baloeran en het ms Dempo.

De ramp met de Slamat op 27 april 1941 was de grootste ramp uit de Nederlandse koopvaardijgeschiedenis: er kwamen 983 mensen bij om.

Na de oorlog werd het eerste nieuwe passagiersschip van de rederij, waarvan de bouw al in 1938 begonnen was, Willem Ruys gedoopt, naar de omgebrachte directeur.

Bekende schepen

Vooral de passagiersschepen kregen grote bekendheid, zoals bijvoorbeeld het ms Indrapoera (1926-1956), het ms Baloeran (1930-1940), het ms Dempo (1931-1944), het ms Sibajak (1929-1959) en het ms Willem Ruys (1947-1964).

Ook kwamen er vrachtschepen met passagiers-accommodatie.

Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, het ontstaan van de staat Indonesië in 1949 en het wegvallen van de oude koloniale verbanden moest de KRL op zoek naar nieuwe werkgebieden.

Samen met Smit Internationale werd in 1964 Smit-Lloyd opgericht voor de exploitatie van platform bevoorradingsschepen voor de offshore.

Op 20 januari 1970 fuseerde de KRL met vier andere Nederlandse rederijen tot de Nederlandsche Scheepvaart Unie (NSU), vanaf 1977 bekend als Nedlloyd. Het archief van de KRL werd overgedragen aan het Gemeentearchief van Rotterdam.

Bron: Wikipedia